Regio Zwolle voorbeeld klimaatadaptieve verstedelijking

Sandra Oldengarm
14
June
2024

Leven met water

De toekomst begint vandaag. Dat adagium geldt voor de wijze waarop ze in de Regio Zwolle omgaan met de grote uitdagingen van klimaatverandering, gestage groei van de economie en de bevolking en een mooie symbiose tussen stad en land. Daarbij zetten ze in op de ‘sponsstrategie’, onderdeel van het bredere NOVEX-programma voor de regio.

Wat de gevolgen van klimaatverandering zijn, weten ze in Zwolle en omgeving maar al te goed. Als het water van de IJssel, de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water extreem stijgt bij overvloedige regenval geeft dat een verhoogde kans op wateroverlast voor de steden en dorpen langs de rivieren en de weteringen die ooit zijn gegraven om de stad bereikbaar en landbouw mogelijk te maken. Hoe hard de betrokken waterschappen en Rijkswaterstaat ook werken om zoveel mogelijk water uit de Vecht en het Zwarte Water weg te pompen, onderlopende kelders, werkvloeren en straten zijn dan niet te voorkomen. Het watersysteem raakt aan z’n grenzen.  

Waterrijk gebied

De blik op de Vecht vanuit de werkkamer van Erica van Lente, burgemeester van Dalfsen, biedt nu een idyllisch plaatje. Dat was afgelopen december anders, toen de rivier ver buiten haar oevers trad en voor veel overlast zorgde. ‘In de 5,5 jaar dat ik hier burgemeester ben, is dat verschillende keren gebeurd. De uiterwaarden staan vaker vol water, maar in december 2023 stond het water heel hoog. We merken aan de soms hevige regenval dat ons klimaat verandert. In 2021 kwam hier bij een plensbui 75 mm water in drie kwartier naar beneden. Kelders van woningen liepen vol, horeca en productiebedrijven hadden forse waterschade.’  

Een km of 15 stroomafwaarts naar het westen ligt de stad Zwolle. Wethouder Gerdien Rots (ruimtelijke ordening, groenblauwstructuur, mobiliteit en Omgevingswet) wijst op de Kaart der Doorbraken en Overstromingen van 4 februari 1825. Die hangt op haar werkkamer aan de wand.

Zwolle is daarop afgebeeld in het hart van één groot overstroomd gebied. ‘Zwolle is een stad aan het Zwarte Water, die onder meer gevoed wordt door de Vecht. We krijgen hier ook het water van de Sallandse weteringen en het Almelose kanaal direct in onze stadsgracht. Al die waterrijkdom levert prachtige, karakteristieke landschappen en mooie natuur op, maar ook grote risico’s. De bijnaam hier is “Nederland in het klein”, en niet voor niets. Want als het Zwarte Water via het Zwarte Meer en Ketelmeer niet kan afwateren op het IJsselmeer en de IJssel, hoopt dat zich op in onze stadsregio.’

De afgelopen tweehonderd jaar zijn de nodige maatregelen genomen om wateroverlast in de regio te voorkomen, met als meest iconische misschien wel de opblaasbare stormvloedkering – de balgstuw – bij Ramspol. Die sluit het Zwarte Meer af van het Ketelmeer als de waterstand in het IJsselmeer te hoog wordt. Toch wordt nu duidelijk dat die technische benadering niet meer voldoende is. Rots: ‘De afgelopen15-20 jaar zijn we regelmatig met de neus op de feiten gedrukt. Intussen verhoogt Rijkswaterstaat ’s winters het peil in het IJsselmeer. Mogelijk gaat dat na 2026 met de nieuwe Deltabeslissingen verder omhoog. Water uit ons achterland en van de IJssel kan dan bij overvloedige regenval moeilijker op het IJsselmeer worden geloosd.’

Sponswerking vergroten

Die andere benadering, waar wethouder Rots op doelt, is die van aanpassing aan en leven met het water. Want tegelijkertijd groeit en bloeit de Zwolse regio, zowel economisch als demografisch, als onderdeel van Stedelijk Netwerk Nederland en de economische hoofdstructuur. Tot 2040 moeten er 50.000 woningen in de regio bij komen. Deze opgaven staan beschreven in de verstedelijkingsstrategie Warme Harten in een Klimaatadaptieve Delta, die erop is gericht zoveel mogelijk opgaven in de bestaande kernen te adresseren, op een klimaatadaptieve manier.

Een cruciaal onderdeel van de verstedelijkingsstrategie is het versterken van de sponswerking. Enerzijds door water in de bovenstroomse gebieden langer vast te houden en te infiltreren in droge gebieden, en door waterstromen meer ruimte te geven zodat ze bij veel regen buiten de oevers kunnen treden. Anderzijds door het waterbergend vermogen in de stad, de dorpen en het landelijk gebied te vergroten.

‘Een van de opgaven voor ons is het waterbergend vermogen van stad en land groter maken’

Het is de gedachte achter de NOVEX-aanpak voor dit gebied, legt burgemeester Van Lente uit. Zij is een van de bestuurlijke trekkers van de Regionale Sponsstrategie binnen het NOVEX-programma. Het Rijk, vier provincies, vier waterschappen en 22 gemeenten werken daarin samen. Van Lente: ‘We kunnen niet zonder elkaar, vanwege de gezamenlijke economische- en verstedelijkingsagenda, én vanwege het water. Die opgaven komen samen bij de keuze voor nieuwe woon- en werklocaties en versterking van het verbindingennetwerk.’

De afgelopen tijd is de eerste van acht onderscheiden stroomgebieden gedetailleerd in kaart gebracht, vertelt Van Lente. ‘Die van de Sallandse Weteringen. Met beleidsmensen van alle betrokken bestuurlijke partijen is gekeken wat het water doet, hoe dat vroeger ging en wat veranderingen in het landschap hebben betekend. We hebben verkend wat vooruitkijkend naar 2100 de klimaatopgaven zijn en waar mogelijkheden zijn om water te infiltreren, te vertragen en te bergen.’

Water en bodem sturend

De stappen die ze in de Regio Zwolle zetten met de sponsstrategie vallen samen met de uitwerking van de Water en bodem sturend-strategie, waarvoor minister Harbers begin april het Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving heeft gepresenteerd.

Maartje Visser, werkzaam bij IenW en Rijkstrekker voor NOVEX-gebied Regio Zwolle, is de verbinder tussen de verschillende overheden, zowel op rijksniveau als tussen de medeoverheden in de regio. ‘Er zijn in Nederland voldoende plekken om te bouwen, ook als je rekening houdt met waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid’, aldus Visser.  

‘Er zijn in Nederland voldoende plekken om te bouwen, ook als je rekening houdt met waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid’

In het Zwolse NOVEX-programma is de uitwerking van Water en bodem sturend nadrukkelijk verbonden met andere ruimtelijke opgaven. Visser: ‘De uitdaging is het rijksbeleid op deze terreinen gebiedsgericht samen met de regio naar uitvoering te brengen. Dat zal eind dit jaar te zien zijn in de uitvoeringsagenda, Uiteindelijk moet dat leiden tot concrete acties de komende jaren en afspraken over wie daar de actiehouders voor zijn. Dus wie daaraan gaan bijdragen, zowel qua beleid, kennis en financieel. In algemene zin geldt: hoe risicovoller de locatie, hoe meer kennis en middelen nodig zijn om klimaatbestendig te bouwen.’

Via de uitvoeringsagenda zal duidelijk worden waar bijvoorbeeld de 50.000 woningen terecht gaan komen, die deze regio nodig heeft, geven zowel burgemeester Van Lente als Visser aan.

Reflection in action

De stad Zwolle laat met het aanpassen van bestaande bebouwing en in nieuwe bouwprojecten zien hoe je inventieve oplossingen kunt bedenken om te leven met het water. ‘Dat doen we praktisch en pragmatisch. Hebben we een probleem dan gaan we dat oplossen. Die houding zit in ons DNA’, vertelt Henk Snel, stedenbouwkundige bij de gemeente Zwolle. ‘We gaan niet jarenlang studeren en experimenteren. We gaan het doen op de manier waarvan wij denken dat het werkt en leren dan weer van die ervaringen voor volgende projecten en in het ruimtelijk toekomstperspectief van de hele regio. Reflection in action noemen we die aanpak.’

‘Hebben we een probleem, dan gaan we dat oplossen. Dat zit in ons DNA’

Een voorbeeld van die aanpak, al voordat het NOVEX-programma er was, is het Kraanbolwerk, waarbij ‘onderweg’ de plannen zijn aangepast en klimaatadaptieve maatregelen zijn genomen. Snel was de gemeentelijke stedenbouwkundige bij Kraanbolwerk, een nieuw woongebied op een historisch bolwerk, tevens oud industrieterrein, op het Noordereiland. ‘We waren daarmee bezig, toen de Commissie Veerman met zijn advies kwam (2008, red.) om het peil in het IJsselmeer te verhogen. Het stedenbouwkundige plan is toen helemaal omgegooid om het waterrobuust te maken.’

Sinds een jaar of vijf werkt Zwolle volgens de leidraad Demodelta in een veranderend klimaat, die stimuleert om te zoeken naar manieren om in balans met het water te leven. ‘Iets dat we vanaf het ontstaan van deze stad doen, maar nu met betrokkenheid van kennis- en onderwijsinstellingen, en tal van professionals in deze regio’, legt wethouder Gerdien Rots uit.

'Klimaatadaptie is nu verankerd in elk bouwplan, groot en klein'

Klimaatadaptie is nu verankerd in elk bouwplan, groot en klein, geeft Snel aan. ‘Juist omdat er bij de binnenstad zo weinig ruimte is, moeten we het hebben van creatieve, vernieuwende oplossingen’, legt hij uit. Hij noemt de Pannekoekendijk bij een bedrijvenpark met onder meer het hoofdkantoor van postorderbedrijf Wehkamp, waar de dijk in het wegprofiel is verwerkt.

Nog innovatiever is de combinatie van dijkversterking en een geluidswal bij VINEX-locatie Stadshagen en vooral de combinatie van een dijk met woningbouw bij de herinrichting van de woonwijk Weezenlanden. Snel: ‘De ontwikkelaar wilde daar aan de stadsgracht een serie statige stadswoningen neerzetten, maar het waterschap had er al een dijk ingetekend. Dan zie je toch dat het samenwerken in het NOVEX-programma zich uitbetaalt. Doordat we elkaar al beter kenden en vooral elkaar belangen respecteerden, konden we een ontwerp maken waarbij de kelderwand van de woningen de dijk vormt en de woningen zijn opgehoogd. Contractueel is vastgelegd dat het waterschap elk jaar een dijkinspectie doet in die woningen.’

Langjarig commitment, flexibele kaders

De status van NOVEX-gebied levert de Regio Zwolle meerdere voordelen op, waarvan Rots de langjarige commitment van het Rijk het allerbelangrijkste vindt. ‘Betrokkenheid en aandacht, wat er bijvoorbeeld voor zorgt dat je als regio directe lijnen hebt naar de verschillende departementen in Den Haag, bijvoorbeeld bij het stellen van prioriteiten en investeringen worden gepland. Zo staan we nu in het MIRT met onze strategie voor duurzame verbindingen tussen stad en land, wat weer aansluit op de verstedelijkingsstrategie. We waren al een van de grote verstedelijkingsgebieden, maar daar profiteert de regio nu ook van mee, met aandacht voor onder meer de stationsomgevingen.’

Wel hoopt Rots dat in het afwegingskader van het Rijk ruimte blijft voor regionaal maatwerk. ‘Ik denk dat zo’n afwegingskader belangrijk is, in de eerste plaats voor gemeenten die de capaciteit niet hebben om al deze kennis in huis te halen, maar ook richting marktpartijen, zodat die weten wat de minimale inspanning is waar ze rekening mee moeten houden. Maar het risico is dat je gebieden die koploper zijn, zoals onze Demodelta, op slot zet. Wij willen graag flexibiliteit houden in de toepassing en voor maatwerk. Als je alles gaat dichtzetten met kaders, dan beperk je de gebieden waar die innovatie het beste kan ontstaan.’

'Wij willen graag flexibiliteit houden in de toepassing en voor maatwerk'

Voor burgemeester Erica van Lente is de intensieve regionale samenwerking een sterk punt. ‘Die samenwerking was er al wel, zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau, maar door de intensieve kennisuitwisseling op zo’n onderwerp als de stroomgebieden en klimaatadaptatie zie je nog beter hoe je van elkaar kunt leren en elkaar kunt inspireren. Ik hoor dat van mijn ambtenaren.’

Het Rijk leert ook van de regio, geeft Maartje Visser aan. ‘Daarom is de minister (Harbers, red.) er het afgelopen half jaar twee keer op werkbezoek geweest. Voor de gemeentelijke en regionale bestuurders zijn dat uitgelezen mogelijkheden om de opgaven waar zij voor staan onder de aandacht te brengen. Ook wij kunnen enorm veel leren van de regionale partijen, hoe zij in de praktijk van alledag omgaan met de opgaven, waar ze tegenaan lopen qua regelgeving, procesmatig of qua financiering. Wij kunnen daar dan weer uit destilleren wat we nationaal beter moeten regelen om ondersteuning en toch ook regionaal maatwerk te bieden.’

bron: Romagazine

De laatste ontwikkelingen

De Economic Board Regio Zwolle heefteen nieuwe voorzitter: Jelle Weever. Jelle Weever is directeur van het familiebedrijf Weever Groep uit Kampen. Na zijn periode als voorzitter van MKB-Nederland Regio Zwolle ziet Weever dit als een mooie nieuwe uitdaging en en kans om zijn inzet voor de regionale economie voort te zetten.
De Economic Board ziet dat de opgave aan aandacht wint in de regio. De komende 10-15 jaar hebben we nog belangrijke keuzes te maken over het benutten van ruimte en de locaties waar bedrijven zich kunnen vestigen.

Bekijk alle nieuwsberichten

Ontdek het laatste nieuws en de ontwikkelingen van Regio Zwolle.